Tussen akker en beleid: reflectie op de 10 landbouwstellingen van Boerenbond, Groene Kring en Ferm
Na de provincieraad van januari zorgden Boerenbond, Groene Kring en Ferm voor extra gespreksstof. Ze deelden een pamflet uit met 10 stellingen vanuit de landbouwsector. Deze stellingen zetten hun visie op het toekomstige beleid van het provinciebestuur in de kijker. Met sommige stellingen ben ik het eens, bij andere stellingen moest ik toch eens de wenkbrauwen fronsen. In deze blog reageer ik kort op elke stelling.
- De provincie voert een klimaat- en milieubeleid waarin de land- en tuinbouwsector geen doelwit is, maar een medespeler.
Volledig akkoord, al vind ik dit een beetje een overbodige stelling.
Logischerwijs zijn land- en tuinbouw immers medespelers in alle uitdagingen rond milieu en klimaat. We moeten samen de uitdagingen aangaan. Het gevoerde klimaat- en milieubeleid is niet gericht op het beperken of het benadelen van de land- en tuinbouwsector, maar juist op samenwerking.
Dit is overigens geen nieuw inzicht, wel integendeel. Ook de voorbije legislatuur hebben we veel aandacht besteed aan dialoog. Een slecht verstaander zou op basis van deze stelling wel eens het tegenovergestelde kunnen denken…
- Landbouw krijgt als belangrijkste openruimtespeler een prioritaire plaats binnen het geïntegreerd waterbeleid
Akkoord, met nuance.
Ons ruraal weefsel evolueert. In het verleden was landbouw inderdaad dé dominante speler in het buitengebied. Hoewel landbouw een belangrijke speler blijft in het openruimtelandschap, zijn er ook andere actoren die een steeds grotere rol spelen in die open ruimte en binnen het geïntegreerd waterbeleid. Ik denk spontaan aan diverse actoren die verschillende initiatieven nemen rond voedselproductie, maar evenzeer ook aan recreatie of waardevolle natuur. Deze zijn evenzeer belangrijke openruimtespelers die hun plaats verdienen binnen het geïntegreerd waterbeleid.
Natuurorganisaties, waterbeheerders en lokale besturen dragen eveneens bij aan duurzaam waterbeheer. Een evenwichtige aanpak vraagt om samenwerking tussen al deze partijen, waarbij landbouw niet de enige, maar wel een van de cruciale medespelers is.
Samengevat: als met ‘prioritair’ bedoeld wordt dat de belangen van de landbouw altijd en overal voorrang hebben op andere belangen, dan lijkt me dat wel wat overdreven.
- Waterbeheer en onderhoud dienen dicht bij het waterlichaam georganiseerd te worden. Aanleg en onderhoud gebeuren met respect voor de aangelanden, zowel in functie van droogte als van overstroming.
Akkoord, opnieuw met nuance weliswaar. Het algemeen belang dienst respect te hebben voor de aangelanden, maar omeletten bakken zonder eieren te breken is ook in deze onmogelijk.
In West-Vlaanderen organiseren we het waterbeheer al op een doordachte manier, gebaseerd op heldere inzichten en wetenschappelijke kennis. In functie van droogte en overstromingen, maar evengoed in functie van natte natuur en hermeandering van waterlopen. Hierbij kan een mix van natuurgebaseerde oplossingen, zoals infiltratie en hermeandering, en eventuele technologische ingrepen ingezet worden naargelang de locatie en de situatie.
- De provincie ondersteunt gemeenten in een versnelling van hun riolerings- en waterzuiveringsinfrastructuur, inclusief het beperken en monitoren van overstorten.
Akkoord, dit is zeker en vast belangrijk.
Uit het Waterkwaliteitsplan van de provincie West-Vlaanderen blijkt heel wat ambitie om lokale besturen actiever te ondersteunen bij het versnellen van de uitbouw van riolerings- en waterzuiveringsinfrastructuur. Proper oppervlaktewater is niet de exclusieve verantwoordelijkheid van de landbouwsector. Nog te veel woningen lozen hun afvalwater rechtstreeks in de gracht of de beek. En ook de industriële lozingen zorgen nog voor te veel verontreiniging. Dat ontkent niemand. Het doet me trouwens ook wel plezier dat ondertussen ook de landbouworganisaties zich niet langer wegstoppen achter deze vaststellingen om de eigen verantwoordelijkheid te minimaliseren.
- De provincie stopt de aankoop van gronden in agrarische bestemmingen.
Niet akkoord, toch als ik denk te begrijpen waar dit over gaat…
We werken momenteel aan de realisatie van 430 hectare nieuwe bedrijventerreinen. Een moeizaam proces, waarvan werkgeversorganisaties en lokale besturen al eens durven vinden dat het veel te traag vooruit gaat. Als we geen landbouwgebied meer zouden mogen aansnijden, dan mogen we de plannen definitief opbergen.
Ook met de aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden gaan we vrees ik nog vele jaren bezig blijven. Al was het maar omdat de klimaatverandering ons steeds nadrukkelijker op de hielen zit. Helaas kunnen ook inzake waterveiligheid vaak niet anders dan landbouwgebieden aansnijden.
Het zou natuurlijk kunnen dat de Boerenbond het niet heeft over aankopen voor bedrijventerreinen of waterprojecten, maar enkel doelt op aankopen ten behoeve van natuuruitbreiding.
In dat geval ben ik volledig akkoord voor wat betreft het herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Maar mogen we het ook nog eens hebben over de kleine 60.000 hectare niet-herbevestigd agrarisch gebied? En dus over de afspraak van meer dan 20 jaar terug om voor deze 60.000 hectare de discussie te voeren over de ‘afbakening van gewenste natuurlijke én agrarische structuur’, kortweg AGNAS? Is het wel intellectueel eerlijk om te vergeten dat de afspraken om een belangrijk deel van deze niet herbevestigde gronden in te zetten voor natuurontwikkeling, wel degelijk gemaakt werden?
Ik blijf groot voorstander om de AGNAS-discussie nu eens echt te voeren. In het belang overigens van heel wat individuele landbouwers, die op die manier de rechtszekerheid krijgen waar ze naar vragen.
En ja, het is cruciaal dat dit proces op een transparante en intellectueel eerlijke manier verloopt, waarbij alle betrokken partijen openstaan voor een evenwichtige dialoog. We moeten erover waken dat de economische belangen niet onevenredig doorwegen op ecologische en maatschappelijke belangen, en omgekeerd. De uitdaging ligt in het vinden van een duurzaam evenwicht tussen landbouw, natuur en andere functies in het buitengebied, zonder dat bepaalde actoren eenzijdig de besluitvorming sturen. Het is dan ook legitiem om aan alle partijen te vragen of ze bereid zijn om op basis van objectieve gegevens en eerlijke afwegingen tot gedragen beslissingen te komen.
- De provincie zet in op inbreiding van de provinciale domeinen binnen de daartoe aangewezen bestemmingen. Uitbreidingsplannen of nieuwe domeinen kunnen niet in agrarisch gebied.
Niet akkoord, zie stelling 5.
Om dit te kunnen doen, moeten we – zoals hierboven uiteengezet – wel eerst de AGNAS-discussie voeren. Trouwens, als ik lees dat zo vastgehouden wordt aan gewestplannen, dan bekruipt mij ook al eens de vraag waarom er daarbij maar zo weinig rekening gehouden wordt met landschappelijk waardevol agrarisch gebied?
Er moet me overigens nog iets anders van het hart. Ik kan me niet echt van de indruk ontdoen dat de landbouworganisaties met dit soort stellingen echt wel blijven hangen in het volgens mij zeer eenzijdig beeld van de tegenstelling tussen landbouw en natuur.
Waarom pleit de Boerenbond niet voor toegang tot landbouwgrond voor professionele landbouwers – klein of groot?
Waarom vindt de Boerenbond het nog altijd geen probleem dat in onze provincie meer dan 20.000 hectare landbouwgrond niet beboerd kan worden omdat ze in eigendom is van mensen die die grond gebruiken als private tuin of als weide voor hobDoorpaarden?
Er verdwijnt elk jaar minstens een tienvoud van de uitbreiding van de West-Vlaamse natuur naar dit soort activiteiten. Kan iemand me eindelijk eens uitleggen waarom dit niet de topprioriteit is voor de Boerenbond?
- De provincie zorgt binnen haar fietsbeleid voor een ruimtezuinige aanpak. Ze heeft met betrekking tot de flankerende voorzieningen extra aandacht voor de land- en tuinbouw.
Mijn excuses, maar dit is gewoon flauw.
Ik ben 100% akkoord dat bij de aanleg van nieuwe fietspaden niet met ruimte moet gemorst worden. Als provincie doen we dit ook. Afgelopen zes jaar zag ik van dichtbij dat de dienst mobiliteit telkens voor een ruimtezuinige aanpak gaat. Wel met dien verstande dat we ook niet ontheven zijn van alle regelgeving rond integraal waterbeleid. Als we decretaal verplicht worden om bredere grachten met schuinere oevers aan te leggen, dan hebben we daar grond voor nodig. Lijkt me nogal evident.
Dat landbouworganisaties, die verdomd goed weten dat meer ruimte voor water ook absoluut in het belang van de landbouw zelf is, de indruk blijven wekken dat de aanleg van fietspaden gepaard gaat met onnodige inname van landbouwgronden, begrijp ik niet. Ik moet enkel nog beslissen welke emotie het bij me oproept: ergernis of hilariteit.
- Inagro focust zich op haar kerntaken vanuit praktijkonderzoek en (werkbare) ondersteuning van beleidsbeslissingen.
Wat zou hiermee bedoeld worden?
Inagro kijkt pluralistisch naar toekomstgerichte landbouw. Iets wat ik enkel kan toejuichen! Ook biolandbouw, hoevetoerisme en boslandbouw verdienen de nodige aandacht. Inagro levert goed werk en voor elk type bedrijf valt er wel iets bij te leren dankzij het praktijkonderzoek dat er gevoerd wordt.
- De provincie, terreinbeheerders en Inagro besteden extra aandacht aan exotenbestrijding, het vermijden van wildschade en de beheersing van wildsoorten.
Akkoord.
Exotenbestrijding gebeurt al door provincie West-Vlaanderen, terreinbeheerders en Inagro. Inagro werkt bijvoorbeeld rond de knolcyperus. We beseffen maar al te goed dat samenwerking rond exotenbestrijding, het vermijden van wildschade en de beheersing van wildsoorten essentieel is om de impact op landbouw, natuur en biodiversiteit te verminderen en verdere schade te voorkomen.
- De provincie waarborgt een productief landbouwgebruik binnen de door haar aangeduide ruimtelijke natuurverbindingen. Hiervoor neemt ze duidelijke en werkbare garanties op voor beroepslandbouw.
Niet helemaal akkoord.
Is het zo dat maximale landbouwproductie altijd het eerste doel moet zijn binnen ruimtelijke natuurverbindingen? Iedere landbouwer, ongeacht de grootte van de grond of het type bedrijf, is voor ons van groot belang.
Geen belangrijkere boodschap om te eindigen dan de laatste zinnen. Ik begrijp uiteraard dat de uitdagingen voor veel landbouwers heel groot zijn. Als we samenwerken, dan zullen we het verste raken. Heb je bedenkingen? Stuur me zeker een berichtje!